afb. A.F.A.M. Wetzer, 22 mei 2004
Markt 73a, in de voorgevelafmetingen: 140 x 110 cmmateriaal: Franse kalksteen datering: 1910 ontwerper: architect Suyling Afgebeeld is het oude pand Roodenburg en rechts ervan de tekst:'Vernieuwd anno 1910'. Het oorspronkelijke Roodenburg werd gebouwd toen 's-Hertogenbosch nog maar net gesticht was. De naam is mogelijk afgeleid van de rode steenkleur. Het pand had in de loop der tijd vele bewoners en functies, het diende onder meer als gevangenis en in de negentiende en twintigste eeuw was het een woonkazerne. In het eerste decennium van de twintigste eeuw werd het door de gemeente 's-Hertogenbosch aangekocht met de bedoeling om het te laten afbreken. In 1910 verdween het pand. | 33 |
In het pand Markt 73a zit een gevelsteen, voorstellende de oude Roodenburgh. Het is een forse steen van 1.10 bij 1.40 meter, vervaardigd uit Franse kalksteen, naar een ontwerp van architect Suyling. „Vernieuwd anno 1910”, staat er rechts te lezen. Inderdaad, 'vernieuwd', want de huidige Roodenburgh heeft niets meer te maken met het vroegere gelijknamige pand dat op deze plek stond. De oorspronkelijke Roodenburgh werd gebouwd toen de stad Bosch nog maar juist gesticht was. Hendrick Beckerlijn was volgens de kroniekschrijvers één van de eerste bewoners. In het begin was er vriendschap tussen Beckerlijn en Jacob Coppetijn, de bewoner van de vlakbij gelegen Moriaan. Maar, zo verhaalt ons de kroniekschrijver Cuperinus: „namaels is tussen deze twee jonkers gevallen, door duvels ingegeven, alsoo groote viantscap, dat die gantse stat om haer viantscap viel in groote partyscap ende tweedracht”. Hertog Hendrik en de pastoor van Orthen bemiddelden bij deze ruzie. Om de verzoening tussen deze jonkers te herdenken zouden er ieder jaar grote hanengevechten plaatshebben. Dat gebeurde op de vastenavond. De hanengevechten werden tot in de tweede helft van de zestiende eeuw gehouden.
Het grote pand heeft in de loop der eeuwen vele bewoners en functies gehad. In de vijftiende eeuw was er een brouwerij gevestigd. Voor de opslag van de grondstoffen voor deze brouwerij waren stevige vloerconstructies nodig. Ook als gevangenis werd De Roodenburgh gebruikt. Maar langzamerhand ging de aanzienlijke staat waarin het verkeerde verloren. In de negentiende en twintigste eeuw was het een woonkazerne.
In het begin van de twintigste eeuw kocht de gemeente Den Bosch het pand. Twee jaar later verkocht zij het weer met de plicht aan de nieuwe eigenaar om het af te breken! Zo verdween in 1910 een eeuwenoud pand uit de Bossche binnenstad, dat te vergelijken was met de Moriaan. We kennen het nu alleen nog uit afbeeldingen van vroeger, zoals ook op de gevelsteen te zien is.
In het Noordbrabants Museum staat de Roodenburgh nog in volle glorie afgebeeld op het uit het begin van de vijftiende eeuw daterende schilderij De Lakenmarkt. Op de zolders van het museum liggen nog bouwfragmenten die gered zijn bij de sloop in 1910. Eén van de zich daar bevindende planken vertoont de ingekraste namen van gevangenen van vele nationaliteiten, die er in de zeventiende eeuw gevangen hebben gezeten.
|
1984 |
Henny MolhuysenOe gotte kèk daor : RoodenburghBrabants Dagblad donderdag 6 september 1984 (foto) |